5 vragen aan 5 schoolondersteunende projecten • deel 1

Schermafbeelding 2023 11 09 om 18 41 29
Het team van P.L.E.K! Zennevallei-Pajottenland met van links naar rechts: Arne, Hannah en Dorien

In het Don Bosco Magazine van november kan je het verhaal van WelWijzer ontdekken. Deze samenwerking bundelt de krachten van 5 organisaties die schoolondersteunende projecten aanbieden. Dat zijn projecten waarbij men de kloof tussen welzijn (jeugdhulp) en onderwijs probeert te verkleinen. En dat kan op heel wat manieren, zo blijkt. In deel 1 gaan we langs bij P.L.E.K! Zennevallei-Pajottenland.

P.L.E.K! Zennevallei-Pajottenland

  • Hoogveld 1, 1501 Buizingen
  • team van drie begeleiders
  • voor scholen uit de streek Zennevallei-Pajottenland
  • gericht op leerlingen basisonderwijs


Aan het woord zijn Dorien en Arne. Dorien werkt reeds vanaf het begin bij P.L.E.K!, Arne sinds februari 2022. Collega Hannah kon er wegens ziekte niet bij zijn.

1 • Wat is P.L.E.K! Halle-Pajottenland?

“P.L.E.K! staat voor 'Project voor Leerlingen in Eigen Kracht!' en die naam verklapt ook grotendeels wat wij doen. Wij gaan aan de slag met leerlingen bij wie het schooltraject moeilijk verloopt. Dat kan verschillende oorzaken en uitwerkingen hebben. Bij P.L.E.K! gaan wij met hen op verschillende manieren aan de slag. Cruciaal is dat we niet naar het ‘negatieve’ gaan kijken, maar op het positieve focussen.”

2 • Welke kinderen/jongeren zien we hier vooral?

"Wij werken met leerlingen basisonderwijs die naar school gaan in Halle of in de Zennevallei. Soms gaat dat echter breder tot leerlingen uit het Pajottenland. Ook leerlingen die niet in deze zone naar school gaan, maar in de buurt wonen en dicht bij hun school geen gepast aanbod vinden, zijn welkom. We werken dus samen met verschillende scholen, maar wel alleen met leerlingen uit het basisonderwijs, niet met kleuter- of secundair onderwijs. Het type leerling dat je hier ziet, is erg uiteenlopend. Dat kan gaan van leerlingen die opvallend stil gedrag vertonen tot leerlingen die net zeer storend negatief gedrag vertonen. Meestal vindt die laatste groep makkelijker de weg naar hier."

We zijn ervan overtuigd dat het probleem nooit bij het kind alleen ligt
Arne & Dorien

3 • Hoe komen deze kinderen bij jullie terecht?

“Wij werken met een aanmeldingssysteem. Dat wil zeggen dat het CLB van de school een leerling bij ons aanmeldt en dat we dan een traject opstarten. Preventie is daarbij ontzettend belangrijk. We proberen scholen uit te dagen om zo vroeg mogelijk op te merken wanneer er iets fout begint te gaan bij een leerling. Op die manier kunnen we hier zo snel mogelijk aan werken, dus nog voor de situatie ontploft is. Wanneer we voelen dat we niet meer in die preventieve fase zitten en wij niet de geschikte partner zijn, verwijzen we door naar een andere organisatie.”

4 • Welke trajecten bieden jullie aan en hoe verlopen deze?

“Wij bieden enerzijds individuele begeleiding en atelierwerking aan, anderzijds zijn er ook klastrajecten. Tijdens zo’n individueel traject gaan wij met het aangemeld kind op zoek naar wat er fout loopt. Dat begint met een kennismaking. Dat is héél belangrijk om de negatieve connotatie die mogelijks heerst tijdens de gesprekken met het CLB, de leerkracht, de school samen te kunnen verbreden naar een totaalbeeld van de leerling, met aandacht voor eigenheid en krachten. We gaan wel altijd reflecteren over de problemen, maar bekijken de situatie vanuit een ander daglicht. We zijn er dan ook van overtuigd dat het probleem nooit bij het kind alleen ligt. Wat we hier doen is een samenwerking tussen school, ouders, kind, CLB, enzovoort. We proberen het kind te helpen en aan te leren hoe het bepaalde zaken anders moet aanpakken, maar doen hetzelfde voor de ouders en de school. Na de kennismaking starten we met een traject van 5 weken waarop de leerling 2 halve dagen per week naar P.L.E.K! komt. Dat is op vaste momenten in de week en dan staan er zowel individuele gesprekken als atelierwerking (creatief aanbod zoals knutselen, methodieken in spelvorm, koken …) op het programma. Wij werken telkens in kleine groepjes van maximum 4 leerlingen zodat wij binnen die vaste structuur toch ook voldoende op maat kunnen werken. Op het einde volgt een evaluatie. Dan beslissen we of het traject verder moet lopen, afgerond kan worden of elders vervolgd moet worden. De bedoeling is dus zeker niet om de leerlingen eindeloos naar hier te laten komen.”

“Daarnaast bieden we dus ook klastrajecten aan. Dat zijn meestal 4 sessies van ongeveer een uurtje en die gaan door in de klas zelf. Hier gaat het over problemen met hele klasgroepen. Ligt dit aan één kind? Aan de groepsdynamiek? Aan de leerkracht? Belangrijk bij deze trajecten is dat de leerkracht deel van de groep is. We zeggen dat ook nadrukkelijk. Zijn er 2 kinderen aan het bekvechten, dan is het onze taak om daarop in te spelen, niet die van de leerkracht. De leerkracht is deelnemer.”

5 • Wat onderscheidt jullie van de andere schoolondersteunende projecten?

“In vergelijking met de andere schoolondersteunende projecten denk ik dat wij voor een vrij grote regio beschikbaar zijn. We werken niet samen met één school of met bepaalde vaste scholen, maar kinderen van verschillende scholen kunnen bij ons terecht. Daarnaast denk ik dat de infrastructuur van P.L.E.K! ook wat beperkter is, ook in Brussel. Onze locaties laten geen grootse mogelijkheden zoals moestuinen of therapieën met dieren toe, maar we redden het met hetgeen we wél hebben.”

Auteur: Tim Bex