"Corona maakt de strijd tegen onrecht en armoede complexer"

Bruno20 Aerts astykmf

Naast zijn taken als vicaris-generaal van het bisdom Antwerpen en pastoor van de Antwerpse Sint-Jacobskerk begon Bruno Aerts (54) deze zomer aan een tweede termijn bij Caritas Vlaanderen. Al dertien jaar draait hij er mee in diverse functies. Hij zag de organisatie veranderen tot wat ze vandaag is: breed samenwerkend, zich gretig bijscholend en lenig inspelend op nieuwe noden. Wij delen dit interview uit Kerk & Leven graag met u.

Of er wat adventssfeer in de portretten moet zitten, vraagt de fotograaf, wat gezellig licht dat de duisternis doorbreekt. "Het thema van het gesprek past wel bij de advent", zegt Bruno Aerts, maar hij voegt er meteen aan toe dat de sociale problematieken waarmee Caritas Vlaanderen zich bezighoudt, zich uiteraard niet beperken tot die weken van het jaar waarin ze de meeste zichtbaarheid krijgen. "Ze moeten altijd op tafel liggen, of het nu past of niet."

Welke actuele onrechtvaardigheid raakt u?
"Je wordt dagelijks getroffen, zodra je de krant openslaat. Asielzoekers slapen nu aan het Klein Kasteeltje, omdat ze niet aangemeld raken als ze ’s ochtends beginnen aan te schuiven. Ook als je door de stad fietst, voel je de spanning die COVID-19 teweegbrengt, hoor je links en rechts vijandige commentaren op verkeerd zittende mondmaskers of mensen die niezen. 'Bij de niet-gevaccineerden zit ook alles met de naam Mohammed', hoorde ik onlangs opmerken. Dat klopt uiteraard niet, maar het toont aan hoe COVID-19 alle sociale problematieken scherp stelt. Hoe blijf je positief in die context en dijk je verzuring in? Corona maakt ook de strijd tegen armoede complexer. Laat dat ons dan maar motiveren, al zou het mooier zijn dat ik zou kunnen zeggen welke onrechtvaardigheid ik niet langer zie."

Hoe evolueerde Caritas Vlaanderen?
"In 2008 was Caritas Vlaanderen nog een koepel van ziekenhuizen en andere voorzieningen in de zorg. Armoedebestrijding was een thema in de marge. In 2009 werden de voorzieningen afgesplitst en moesten we op zoek naar onze meerwaarde tussen andere spelers. Na een denkproces van jaren belandden we bij onze drie pijlers: armoede en sociaal beleid, vrijwilligers en sociale inzet, pastoraal en identiteit.

Die laatste pijler uit zich in de ondersteuning en opleiding van pastores en in het ontwikkelen van hulpmiddelen voor hen, zoals de Spiritwijzer, om zinvragen op te sporen bij wie ze niet meer geuit krijgt. Ons vrijwilligerswerk breide dan weer uit van de zorg naar andere sociale domeinen, de laatste jaren vooral naar het oprichten van groepen mensen die vluchtelingen ondersteunen. Wat zijn zij immers met een huis van de kerkfabriek, als niemand hen de weg wijst in onze samenleving?"

Wat leert u uit die inzet voor vluchtelingen?
"We deden grote stappen als organisatie, dankzij mensen die zich juridisch en politiek bijschoolden. Ook concrete verhalen zeggen echter veel. Op een bepaald moment huurden we bijvoorbeeld een huis in het Antwerpse Begijnhof. Een jonge moeder die er woonde was daar niet van gediend, maar het gezin kwam aan en ze stapte op de moeder af. 'Straks ga ik met je mee naar de school.' Ze bleef het gezin ondersteunen. Wanneer mensen iets concreets meemaken, kunnen ze acuut kiezen voor een nieuwe rol. Een andere keer belde een man, die door Caritas Vlaanderen werd ondersteund, me op. Hij had werk en wilde ons terugbetalen. Ik vroeg of dat wel een goed idee was, maar hij stuurde me zijn berekeningen op. Integratie kan wel werken. Dat moeten we blijven vertellen. Net als het verhaal van nieuwkomers van negentig die hier ten tijde van de humanitaire corridor aankwamen. Als je vlucht om in vreemde grond te worden begraven, kom je uit een hevige situatie."

 Wat zijn recente projecten bij Caritas?
"Voor het eerst voeren we projecten uit op vraag van de overheid. Sinds meer dan een jaar houden we ons bezig met de mensen zonder vaste verblijfplaats, vooral Rom en Sinti, die tijdelijk worden opgevangen in wooncontainers op de Lübecksite in Gent. Zij weten natuurlijk zelf het best hoe daar te wonen, maar wij proberen er de nodige warmte en menselijkheid binnen te brengen. In 2020 volgde de vraag om als postbus te fungeren voor anderen zonder adres, zoals foorkramers. Twee keer per week hebben we spreekuur en openen we samen met hen hun brieven en bekijken we of er actie nodig is. Die projecten leveren geen applaus op alle banken op. We krijgen de kritiek dat we het de overheid makkelijk maken door haar taken over te nemen. Maar onze keuze is duidelijk: we zien een evangelische noodzaak, want wat we doen, wil niemand anders doen."

Hoe zit u uw rol als voorzitter in dat alles?
"Mijn rol is te kijken naar de toekomst en dus naar het rechtstreekse verband tussen COVID-19 en groeiende armoede, tussen klimaat, duurzaamheid en armoede, en tussen de vluchtelingenproblematiek en armoede. Je kunt niet zeggen dat ik iets van dat alles verzin. Het sociale weefsel verandert. We gaan anders leven en omgaan met eigendom en nutsvoorzieningen. Hoe zal dat eruitzien? Een moderne versie van de tijd van onze grootouders, rond de Leuvense stoof? Romantisch wordt het niet, dat was het toen evenmin. Nieuwe noden zoeken, wordt niet moeilijk. Als je ze wilt zien, zie je ze. Gelukkig leeft dat niet enkel bij christelijke organisaties. Ik herken ze in vrijzinnige hoek, bij Islamic Relief. Er beweegt veel."