Dromen over toekomst van de Kerk met salesiaan Luc van Looy

LVL 2i2q1lu

Monseigneur Luc van Looy, salesiaan en bisschop-emeritus van Gent, schreef voor het tijdschrift 'Settimana news' een artikel over de kerk vandaag. Een thema dat brandend actueel is en een artikel dat we graag met u delen.

Dromen van de Kerk (Luc Van Looy)

Niet met moeilijke documenten of met ingewikkelde pastorale plannen – die wel nodig zijn om samen op weg te gaan – maar de Kerk bouwt men op als een pelgrim die iedereen uitnodigt die op zijn weg komt terwijl hij door verlaten woestijnen en drukke steden trekt. Don Bosco zou zeggen dat men de Kerk niet opbouwt met de vuisten (van macht, van doctrine), maar met tederheid en luisteren, terwijl men samen op weg gaat naar datgene wat elke mens in het diepste van zichzelf verlangt: God ontmoeten.

Ik droom van de Kerk die op de toppen van de tenen staat om in dienstbaarheid het evangelie te verkondigen. Midden tussen de mensen als een brandend vuur, bij de muziek van een groot koor van goede en eerlijke mensen. Onlangs zag ik een video waarin een accordeonist speelde in het compartiment van een trein vol volk. Hij begon heel schuchter te spelen, gewoon van op zijn plaats, de persoon naast hem vond dat allerminst passend. Langzamerhand echter werden de mensen nieuwsgierig en sommigen begonnen mee te zingen, na verloop van tijd zong iedereen in het compartiment uit volle borst mee.

Dit is het beeld van een Kerk als stoorzender, die werkt als een steentje in de schoen, maar die iedereen meetrekt en leidt tot een vrolijke beleving. Wie zich op zulk moment niet laat meeslepen – of niet ontroerd wordt – zal van het soort zijn van de Farizeeërs of de Schriftgeleerden die vol zijn van zichzelf en de geest van het gewone volk niet kennen.

In een orkest spelen veel instrumenten met verschillende klanken, maar ze spelen onder de leiding van de dirigent eenzelfde partituur, zo bereiken ze een harmonie die de kwaliteit van elk apart instrument overstijgt. De dirigent speelt niet, het is alsof hij verdwijnt, maar hij leidt de verschillende instrumenten naar een enige muziek.

Zouden we de Kerk kunnen definiëren als een steentje in de schoen, of als een dirigent van een orkest, of als een accordeonist in de trein? We willen het proberen.

Een steentje in de schoen

Een droom reageert op datgene wat men beleeft, op mooie en minder mooie dingen, of ze recht zijn of krom. Indien we een beeld van de Kerk willen ophangen, moeten we misschien eerst de storende elementen verwijderen, die dingen die niet overeenkomen met de Kerk zoals Christus die droomde. De icoon die model staat blijft altijd de ontmoeting bij het laatste avondmaal: Jezus die de voeten wast, die spreekt over de Vader, die bidt voor de eenheid onder de leerlingen, die zijn eigen lichaam en bloed geeft en de leerlingen uitnodigt om mee te gaan naar de hof van Olijven. De Heer vroeg hen niet een huis te bouwen, of veel mooie dingen te organiseren, zelfs niet van christelijke gemeenschappen te stichten. We bemerken dat, na de verrijzenis, het activisme, de banden met elkaar en het verlangen naar macht al vlug geleid hebben naar spanningen en verdeeldheid. De geschiedenis van de Kerk toont aan dat de wegen uit elkaar kunnen gaan omwille van populisme of om theorieën die tot twistpunten leiden. “Onder jullie moet het niet zo zijn”, had Jezus gezegd, maar het vlees is zwakker dan de geest. Sinds de aanstelling van de clerus zijn er priesters die zich vergissen en denken dat hun priesterwijding hen macht geeft over de gelovigen, dat zou betekenen dat ze tot een superieure klasse behoren in de plaats van in dienst te staan van de evangelisatie van het volk. Een aantal van de clerus heeft zich van het gewone volk verwijderd en zich teruggetrokken in een gereserveerde positie. Op die manier is het klerikalisme geboren. Paus Franciscus aarzelt niet om te zeggen dat de macht en het klerikalisme een grote hindernis vormen voor de groei van de Kerk in bepaalde streken. Integendeel, een Kerk die in dienst staat van de evangelisatie weet zich te herbronnen door te luisteren naar de mensen, ze is zich ervan bewust dat het nodig is zich voortdurend aan te passen (ecclesia semper reformanda) en dat het nodig is samen met de mensen te zoeken naar de beste manier om het evangelie te beleven. De ervaring leert ons dat diegene die denkt alles te weten en de anderen te moeten dirigeren, niet de nodige soepelheid zal hebben om te veranderen. We zien nog dat het klerikalisme niet ontworteld is uit de structuren van de Kerk, integendeel, we constateren dat het functioneert als een olievlek die ook de leken die zich steeds meer met overtuiging inzetten in de leiding van de Kerk besmet.

Paus Franciscus heeft de realiteit van het seksueel misbruik in pastorale context een uitdrukking genoemd van macht die geleid heeft tot het klerikalisme, waarvan we ons langzaamaan aan het bevrijden zijn. [1] Indien de clerus zich boven het volk positioneert, riskeert die een gevoel van meesterschap over de mensen te ontwikkelen, van te kunnen bevelen. Bij de mensen creëert dat dan een gevoel van respectvolle vrees die in de priester nog meer de vrijheid doet groeien tegenover de zwakkeren in de gemeenschap. Indien het celibaat leidt tot een idee van geestelijke superioriteit, zal het volk zich in een inferieure positie voelen. Heel concreet, in het synodale proces waarin we vandaag zitten, zal die clericus het moeilijk vinden om te aanvaarden dat hij het volk moet consulteren in verband met de weg die de Kerk dient te gaan, eenvoudig omdat hij vreest zijn autoritaire positie te verliezen. De uitdrukkingen van klerikalisme zijn zo subtiel aanwezig in houdingen en posities tegenover de anderen, ook tegenover de legitieme oversten, dat het een ziekte wordt die moeilijk kan genezen worden. De klerikalist start met het bewustzijn van ‘ik’, of van ‘ik heb de anderen niet nodig’.[2] Het is een steentje dat moeilijk uit de schoen te verwijderen is.

Een immens koor

Christus onderrichtte de massa, hij benaderde de zieken en bracht ze in het centrum van de kring, hij zweeg wanneer men hem vroeg of hij de koning van Israël was. Hij leefde een leven van aanhoudend gebed en hij trok zich terug in de heuvels om te bidden, ook om zich niet te laten vieren door de mensen. Hij wist wat er in de mens is, hij wist gepast te reageren op wie naar hem toekwam, ook op de leerlingen wanneer die aan het bedisselen waren wie van hen de belangrijkste post zou innemen. Hij ging van dorp tot dorp om de goede boodschap te brengen en de zieken te genezen. Vandaag volgt de Kerk dit model door een synodale weg aan te vangen om naar iedereen te luisteren en uit te nodigen om samen op weg te gaan, in de hoop dat dit zal leiden tot een harmonische muziek van een immens koor van gelovigen. De Kerk is er zich van bewust dat ze een lied zal moeten zingen dat verder reikt dan de individuele gelovigen, een lied dat ze wil doen horen door de hele mensheid. Ze weet goed dat er dissonante klanken zullen zijn, van mensen die een ander lied willen zingen of vals zingen. Ze weet dat ze een proces aanvangt dat kan tegengewerkt worden, dat niet iedereen op de tippen van de tenen zal staan om de Kerk te vernieuwen. Wie zich machtig voelt zal misschien vrezen invloed te moeten inboeten wanneer de leken het woord nemen, verschillende culturen zullen er van bewust moeten worden dat de Kerk universeel is, de rijken zullen de stem van de armen moeten beluisteren enz. Er is hierbij slechts één zekerheid, dat Christus nooit zal ophouden met zijn Kerk op weg te gaan.

Hoe moet men tewerk gaan om een koor op te richten waarin geen enkele stem boven de andere uitsteekt? Er is maar een dirigent, we kunnen hem ontmoeten in de Schrift, en hij zal de massa dirigeren met zangers die veel van elkaar verschillen, maar toch in dezelfde richting bewegen om alle volkeren te evangeliseren. Iedere christen wordt uitgenodigd om vreugdevolle liederen te zingen, strijdliederen, treurliederen, maar telkens in een enig koor om de precieuze gave van eenheid rond Christus uit te drukken. Wanneer we zo binnendringen in elke afdeling van de samenleving zal iedereen meegetrokken worden in een beweging van bekering en barmhartigheid.

Het is een contemplatieve weg die niemand en ook geen enkel thema uitsluit, om een nieuw proces van medeverantwoordelijkheid in gang te zetten voor het evangelie en voor de Kerk. De verantwoordelijkheid van iedereen zal leiden tot een gevoel van broederlijkheid en zusterlijkheid dat niet bang is zich te verlagen om de gekwetste persoon langs de weg te helpen, zoals de Samaritaan gedaan heeft, integendeel, de steun aan elkaar zal het voornaamste kenteken zijn, zodanig dat de opbouw van het huis in de eerste plaats rekening zal houden met de marginalen en de minder bedeelden. Paus Franciscus wenst dat de nieuwe Kerk en de nieuwe samenleving zou vertrekken van de periferie, van de buitenwijken van de grote steden, of van de armste gedeelten van de wereld. Wie het leven van Christus nagaat ontdekt dat zijn eerste aandacht juist naar hen ging. Het zal erop aankomen de muziek te vinden die het hart van iedereen verblijdt, die de hoop aanreikt van een vervuld leven op gebied van cultuur, van creativiteit, van sociale en religieuze vindingrijkheid. Het volk zal zingen, onder de leiding van de enige dirigent, en wie niet wenst te zingen zal een historisch proces van een grondige vernieuwing van de Kerk belemmeren. De grootste moeilijkheid vandaag, zegt paus Franciscus, is dat velen niet voelen dat ze deel uitmaken van een volk. De synodale weg bedoelt juist een gezamenlijke verantwoordelijkheid te bevorderen van heel het volk rond Christus. Zo zullen we onszelf Christenen kunnen noemen.

Een synodale Kerk is een Kerk die luistert, die er zich van bewust is dat luisteren meer is dan horen. Het gaat erom naar elkaar te luisteren, waarbij iedereen zal leren. Het volk, het college van de bisschoppen, de bisschop van Rome… iedereen luistert naar iedereen, en allemaal luisteren we naar de Heilige Geest, de ‘Geest van de waarheid, om te weten wat Hij zegt tot de Kerk’ (Openbaring 2,7). Alle gelovigen zijn sinds hun doopsel geroepen en gezonden om de Kerk op te bouwen. We bevinden ons nu in een moment van crisis, onder andere omwille van het individualisme dat in alle sectoren van het leven binnen sluipt en dat alles wat stoort verwijdert. [3] Integendeel, ”het is het moment om grote dromen te koesteren, onze prioriteiten te herbekijken – dat wat we bewonderen, wat we wensen, wat we zoeken – en ons in te zetten in kleine dingen en te handelen zoals we gedroomd hebben. Wat ik op dit moment merk gelijkt op wat Jesaja in zijn binnenste door God hoorde zeggen: “Kom en laten we erover discuteren, Laten we ons aan het dromen zetten” (Paus Franciscus, Ritorniamo a sognare, p. 10-11).

Een accordeonist

Kerkelijke mensen integreren zich op een zachte en nederige wijze in een wereld die zelfs vijandig kan staan tegenover hun boodschap. We hebben nood aan een catechetische pedagogie om de mensen te bewegen en de boodschap te doen verwelkomen die wel eens verontrustend en storend kan zijn. Het is zoals een missionaris die vertrekt naar een andere regio, een tijd lang zal hij stom zijn omdat hij de taal niet kent, en wanneer hij zich na jaren doet verstaan kan zijn boodschap nog ingaan tegen de gewoonten en de cultuur van het volk. Maar ook degenen die thuis blijven in hun eigen omgeving zullen voortdurend moeten nagaan of ze wel de taal en de tekenen van de tijd begrijpen, om zich te bewegen in de snelle veranderingen van de samenleving.

Een missionaire Kerk luistert geduldig en laat zich leiden door het volk. Het probleem is vaak dat de missionaris een bepaalde muziek speelt maar dat het volk een ander lied zingt. In zulk geval zal het volk het gelag moeten betalen voor de gebrekkige overeenkomst van de muziek. De Kerk gaat de dialoog aan met de cultuur, met de intellectuelen zowel als met het volk van de periferie. Een dialoog is niet bedoeld om de tegenpartij zijn eigen opinie te doen aanvaarden, maar geduldig te zoeken naar een overeenkomst over verschillende opinies, culturen en ideologieën heen. Paus Franciscus werkt dit uit in zijn Encycliek Fratelli Tutti (n. 199-214). Daartoe is het onontbeerlijk dat de Kerk zich grondig integreert in de gedachtengang en de gewoonten van het volk en zo gemeenschap vormt met iedereen om er in te slagen allemaal hetzelfde lied te zingen. “De Kerk is een deel van het volk en dient het volk, zonder het te willen organiseren op een paternalistische manier, omdat het volk wel weet zichzelf te organiseren” (Paus Franciscus Ritorniamo a sognare p. 121). Het evangelie stelt een geest voor van broederlijkheid. Wie verantwoordelijkheid draagt zal vooral genieten van de momenten waarin tekenen van vrede en overeenkomst uitgesproken worden tussen groepen en personen die elkaar voordien nog niet eens kenden. Het evangelie nodigt uit tot een vredevolle samenleving rond de persoon van Christus. Op die manier zullen allen samen zingen en zich recht zetten om hulp te bieden aan diegenen die hulp nodig hebben: in de periferie en aan al diegenen wier hart hardhorig is, om iedereen te begeleiden naar de gemeenschap en naar de vrede die Christus aanbiedt. Wie het moeilijkst te bewegen is zullen diegenen zijn die de gewoonte hebben aangekweekt van steeds te blijven zitten in plaats van zich in een of andere beweging in te zetten. Toch mag niemand uitgesloten worden van de animatie van de Kerk, de deur staat altijd open in twee richtingen om iedereen uit te nodigen om binnen te komen om een kijk te nemen of deel te nemen en de gelovigen naar buiten te laten gaan om de komst van de Messias te verkondigen en de zieken te genezen (Cf. Lc. 9,2).

Het beeld van de accordeonist die schuchter probeert iedereen in het compartiment van de trein te doen zingen illustreert het werk van de missionaris die zich met voorzichtige vastheid inzet om iedereen te verzamelen rond een boodschap die leidt tot het algemeen goed, tot een betere wereld waar het aangenaam is samen te leven. We kunnen ons de vreugde voorstellen van die reizigers, ze zullen tenslotte de trein vrolijk verlaten en aan iedereen die het wil horen vertellen dat ze samen gezongen hebben. Een wijze priester vertelde me eens dat hij ervan genoot wanneer de mensen met de glimlach buitenkwamen uit de zondagsliturgie, ze waren gelukkig aan iets groots deelgenomen te hebben in een onthalende en gelukkige gemeenschap.

Een missionaire en begeleidende Kerk: “Ga het evangelie uitdragen naar de hele wereld”. De Kerk is missie, gezonden om Christus bij de mensen te brengen en de mensen bij Christus. Deze opdracht is niet gereserveerd voor de enkele uitverkorenen en gewijden, het is de gave van de Geest bij het doopsel. [4] De zending begint ermee bij de mensen het verlangen te detecteren naar het transcendente, naar een God die én Vader is én broer, zoals Christus. Daarna begint de ervaring van begeleiden en begeleid te worden, om samen op weg te gaan. Geloven doet men niet alleen, men laat zich leiden door het Woord en door diegene die ons introduceert in het mysterie van de aanwezigheid van God. Het is steeds een loslaten en op weg gaan naar een nieuwe bestemming, om een nieuw hart en een nieuwe geest te ontvangen. Het is de ervaring van de pelgrim die er op uittrekt naar nieuwe horizonten, hij doet dat als Kerk, gezonden door de gemeenschap en samen met hen. Het zal juist het volk zijn, de gemeenschap van de christenen die de persoon die God zoekt, leidt en begeleidt . Het is in de gemeenschap dat men vertrouwenspersonen vindt, die luisteren en de weg wijzen, die de zoeker kunnen ondersteunen op moeilijke momenten en uitnodigen terug te keren wanneer hij de weg kwijt raakt. Dit alles gebeurt in een geest van vrijheid en hoop.

De leerlingen van Emmaüs hadden de gemeenschap verlaten, voor hen was juist dit de uitgelezen gelegenheid om de Verrezene als eersten te ontmoeten. Christus laat ons nooit alleen.


[1] De crisis van het machtsmisbruik heeft de Kerk in België geholpen om nederig en dienstbaar te worden. Ze heeft echter ook de kracht ontnomen – omwille van schaamte of schroom – publiek tussen te komen in verband met sociale of politieke thema’s. Het is een pijnlijke maar terzelfdertijd helende school geweest.

[2] In het synodaal proces noemen de bisschoppen van Latijns America het klerikalisme het “model van een piramidale Kerk, hiërarchisch, die de rijkdom van de verscheidenheid van de ministeries en de charismen niet erkent, die een gemeenschappelijk model van animatie belet, en veel leden die de missie dragen uitsluit van rollen en diensten, in het bijzonder de vrouwen”. (Mexico 2021, Documento de trabajo, 2,7).

[3] De secularisatie verplicht ons een positie in te nemen tegenover de maatschappij. We zijn als Kerk niet langer een referentiepunt voor het volk. De Kerk is geroepen de ontwikkeling te aanvaarden om als discrete burgers met respect in dialoog te gaan met de huidige realiteit.

[4] De heilige Geest is in staat de Kerk te bewegen in de richting van alle volkeren van de hele wereld. In deze tijden van secularisatie zal het die Geest zijn die de moeilijke knopen zal losmaken om de weg te vinden voor een catechese voor iedereen, van de kleinen tot de groten.