“Grijze koppen zijn net zoveel waard als jonge koppen”
Salesiaan Henk Hofstede uit Vaassen is 96 jaar oud en vierde onlangs zijn 65-jarig priesterjubileum. Henk is bekend en geliefd in de lokale katholieke gemeenschap van Vaassen en Epe (Nederland) en maakte graag tijd voor een interview met het parochieblad van de Sint-Franciscusparochie.
In zijn leven overziet pater Hofstede veel ingrijpende gebeurtenissen in de afgelopen eeuw. De Tweede Wereldoorlog maakte hij als tiener mee, daarna was hij betrokken bij pogingen de kerk te vernieuwen. En als pastor was hij de laatste decennia getuige van de leegloop van de kerken. Pater Hofstede is gewijd op 29 juni 1959 in Duitsland, waar hij bij de Salesianen van Don Bosco een vierjarige opleiding volgde. Voordat hij in onze parochie terecht kwam, was Hofstede jeugdwerker in Den Haag en deken in Schiedam.
Zijn jubileum is een goede aanleiding voor een interview. Aan de telefoon vertelt pater Hofstede voorafgaand aan het gesprek dat hij het niet graag alleen over koetjes en kalfjes heeft. Liever praat hij over wezenlijke zaken, zoals het keerpunt waarop de Nederlandse katholieke kerk zich bevindt. “Misschien kunnen we het hebben over het laatste boek van Tomas Halik, De namiddag van het christendom”, stelt hij voor. En natuurlijk kan dat.
Maar laten we eerst teruggaan in de tijd. Hoe bent u priester geworden? Uw ouders waren er niet voor, toch?
“Helemaal niet. Ze zeiden: ga eerst maar een vak leren. Ik kom uit Haaksbergen, waar de apostel van de textiel, Alphons Ariëns, heel bekend was. Ariëns had een artikel geschreven over Don Bosco en dat las ik. Toen ik priester wilde worden, pakte de pastoor de Pius-almanak, waarin alle congregaties stonden. En toen zei ik: ik wil wel naar Don Bosco. Het is een heel energieke congregatie.”
Wat is de spiritualiteit van Don Bosco?
“Hij kon uitstekend met jongeren omgaan, had een uitstraling van interesse in jonge mensen. Hij was werkelijk geïnteresseerd in de andere mens. In het evangelie staat: ik zend jullie de Geest van waarheid. Wat is dat? Ik denk dat het vooral echtheid is. Als iemand echt is, zoals Don Bosco, niet allerlei trucjes heeft, dan maakt dat indruk.”
Hoe was de kerk in 1959, toen u werd gewijd?
“Ik heb in Duitsland, in het katholieke Beieren, theologie gestudeerd. Dat hoorde erbij als je bij de salesianen zat, je bleef daar voor een vaste periode. Het hele leven was daar nog katholiek. De oorlog veranderde daar wel iets met de kerk. Ik had collega’s die in Rusland hadden gevochten. Het was wel een ervaring. Als ik in een dorp kwam, zeiden de mensen: ‘Ah, je komt uit Nederland, daar ben ik geweest! Vriendelijke mensen!’ En ik dacht dan: ja, jij was de bezetter waar wij zo bang voor waren.”
Hoe heeft u de veranderingen in de kerk ervaren?
“Je ontwikkelt mee omdat je er zelf in werkt. We hadden het laatst over de Acht Mei Beweging [een progressieve vernieuwingsbeweging die midden jaren tachtig ontstond, red.]. Ik was erbij toen die in Den Haag werd opgericht.”
Waarom sprak dat u aan?
“Om de vernieuwing, de ontwikkeling. Je voelde dat er verandering nodig was. In die tijd hadden we regelmatig jongerenvieringen, die ik voorbereidde met jongens en meisjes. Er was een liturgie, een jongerenkoor. Op een gegeven moment verdween dat helemaal. Er was in de officiële kerk ook wel tegenstand tegen, want niet alle kerkelijke regeltjes werden precies onderhouden.”
Hofstede blikt terug op de jaren zestig en zeventig, toen in Nederland pogingen gedaan werden om de kerk te vernieuwen. Dat riep ook weerstand op, van onder anderen de priester (en latere kardinaal) Adrianus Simonis. “Ik gaf in die tijd les op een technische school”, vertelt Hofstede. “Daar was een jongen in de klas die mij vroeg was het nut was van de godsdienstlessen. Hij had liever gewoon techniek. Je las veel dingen in de krant, ook over vernieuwingen in de kerk. En eigenlijk zou de godsdienstles van de volgende dag daar dan over moeten gaan. Ik heb kardinaal Simonis goed gekend. Die dacht er heel anders over dan ik. Ik vond hem een beetje naïef, eigenlijk. Hij overdacht niet altijd wat hij zei. Er was een bisdomraad, met mannen en ook twintig tot dertig vrouwen erin. Daar zei hij: Ik heb van een wijze vrouw gehoord dat het feminisme eigenlijk erger is dan het communisme. Die vrouwen, die stoven op hem af. Hij kon dat niet goed onderbouwen.”
Hoe kijkt u aan tegen de huidige situatie in de kerk? Is er nog ergens vernieuwing?
“Ik ben heel enthousiast over de paus. Ik bewonder hem voor zijn durf. Hij krijgt tegenstand. De paus weet wat hij doet, en zijn catechese is ook goed.”
En hij begon het synodale proces.
“Dat is heel belangrijk. Hij laat zich goed informeren en weet zijn mensen te kiezen. De algemeen overste van de salesianen heeft hij kardinaal gemaakt.”
Door corona zijn veel mensen afgehaakt bij de kerk. Was dat een klap?
“Ik vind dat eerlijk gezegd een uitzuivering. Ik kom uit Haaksbergen, een heel katholiek dorp. Het was meelopen. Ik zou zeggen: laten we zorgen dat de mensen die er nu nog zijn, gedegen katholiek zijn. Weten waar ze voor staan, wat het betekent om katholiek te zijn.”
Wat betekent dat dan volgens u?
“In het evangelie is de dienstbaarheid zo belangrijk, als teken van christen-zijn. Je moet niet naar de kerk komen met de vraag wat je er kunt halen, maar om er iets te brengen. Je hebt een roeping om wat te doen. Elke katholiek zal zich van zijn roeping bewust moeten zijn, om dienstbaar te zijn.”
Halik stelt dat er ook een nieuwe gemeenschap groeit, ook al is de kerk in crisis.
“Ja. We zouden moeten spreken over geloofsgemeenschappen, waarin je als christen samen bent, elkaar helpt en inspireert en steunt. Dat doen we veel te weinig. Als je missionair wilt zijn, straal dan uit wat je bent als christen, hoe je dienstbaar bent. Hoe je niet achter allerlei ontwikkelingen in de maatschappij aanloopt en meedoet. Toen ik jong was, was er een opvatting: als je katholiek was en zakenman, moest de kerk je wat vrijheid geven, want als zakenman moest je soms dingen doen die niet helemaal door de beugel konden. Wat voor mentaliteit is dat?”
Als een kerkgebouw weg is, is de ziel eruit, zeggen mensen vaak. In Epe mist de gemeenschap die kerk serieus.
“Toch doen ze het niet slecht. Ik ken ze allemaal en stuur ze weleens mailtjes. Klerikalisme zit diep, maar de toekomst is aan leken. Dat zie je in Epe en in Klarenbeek ook.” Maar het verlies van een kerk kan er hard in hakken, weet ook pater Hofstede: “Ik weet van een kerk in Rotterdam, daar waren ze nog bezig met dubbeltjes de nieuwe klokken af te betalen. De oude waren in de oorlog door de Duitsers meegenomen. En terwijl ze daar nog mee bezig waren, werd die kerk gesloten. Daar kwam heel veel weerstand tegen.”
U bent nu 96 en u bent gestopt met vieringen. Laat uw lichaam het niet meer toe?
“Door de jaren heen is er twee keer iemand op bezoek geweest bij mij om te zeggen: langzamerhand moet u maar echt een keer ophouden. Degenen die alles regelden zeiden echter: dat kan helemaal niet! En toen werd ik weer gevraagd. Maar nu kan ik niet goed meer staan. Bij de salesianen in Assel doe ik nog wel een eucharistieviering. Dat doe ik zittend. Ik heb niet meer de spankracht.”
Volgt u de gemeenschap in Vaassen nog goed?
“Ik zie niet zo goed hoe dat loopt. Ik hoor wel dat er minder vrijwilligers zijn. Toen ik hier kwam, was ik pastoor van Vaassen en Epe. Als er een idee was ontstaan in Vaassen, was daar in het bestuur van Epe geen interesse voor. Die tegenstelling was er wel en waarschijnlijk is die er nog. Epe is een dorp van meer mensen van de elite. Vroeger kwamen daar de Amsterdammers. En als het moeilijk was gingen ze terug naar Amsterdam. Vaassen is een katholiek dorp, met De Cannenburch.
Toen ik kwam, was de kerk was nog vol. De mensen waren braaf katholiek – in ieder geval niet opstandig. Men zei tegen mij: aan de jeugd hoef je niet te beginnen, dat loopt op z’n einde. Ik kon ook niets tot stand brengen en heb ook niet veel ondernomen. Ik zag geen handvatten. Geen jongeren waarmee ik contact kon krijgen. We waren ze toen al kwijt. Tegelijk moeten we niet zeggen: we hebben alleen maar ouderen. Grijze koppen zijn net zo veel waard als jonge koppen.”