De bijeenkomst van de Medewerkers van Groot-Bijgaarden ging door bij de zusters, en werd verzorgd door zuster Hilde Bosmans, zelf oud-medewerkster van het Centrum. Ze vertelde op haar gekende vlotte manier, over “haar” internaat voor kinderen van schippers en foorreizigers in Wijnegem.

Dat ze ermee vergroeid is, was vrij snel duidelijk: de geschiedenis, uitweiding over het publiek en het belang van de binnenvaart, de soorten schepen en de soorten goederen die vervoerd worden, kortom een kennis die getuigde van een vergaande interesse.

Zuster Hilde besprak daarna de werking van het internaat, waarbij iedereen van het team zich partner in de opvoeding voelt, samen met de ouders, die overigens een prominente rol spelen in het internaatsgebeuren.

In de vier leefgroepen heerst een huiselijke sfeer, en eerlijk gezegd, toen ik hoorde dat zuster An bij de kleintjes een verhaaltje voorleest ’s avonds bij het slapengaan, kreeg ik een rilling van ontroering. Het internaat is een oratoriumgebeuren door de aanwezigheid van de vier criteria: het is school, speelplaats, thuis en parochie.

En wat is de grote meerwaarde: de aanwezigheid van de zusters. Zij zorgen voor continuïteit en opvoedkundig charisma, eigen aan de salesiaanse geest. De hamvraag die er voortdurend gesteld wordt, is immers zoals Don Bosco die stelde: wat is het plan van God met die jongere?