Het leven zoals het is... Buitengewoon! (#2: het personeel)
Eind april vierde BuLO Don Bosco Halle haar 50-jarig bestaan met een groots feest. Don Bosco Media ging langs op de school en ontdekte de wereld van het Buitengewoon Lager Onderwijs: “Een wereld die veel te bieden heeft en meer dan ooit nodig is!” In deel 2 laten we enkele personeelsleden aan het woord.
Deze reportage sluit aan bij het artikel in Don Bosco Magazine (pagina 11). Gemist?
Klastitularis Peter en kinesisten Els en Kathie maken met plezier even tijd om hun drukke programma te onderbreken en uit te leggen wat hun rol binnen BuLO Don Bosco Halle juist inhoudt.
Kunnen jullie jezelf eerst eens voorstellen?
Peter: “Ik ben Peter, momenteel klastitularis van de oudste groep. Intussen werk ik al negentien jaar al in BuLO Don Bosco Halle. Ik heb hier een half jaar stage mogen doen en ben uiteindelijk mogen blijven. Ik ben begonnen in een klasje niveau tweede à derde leerjaar en heb uiteindelijk mijn eigen ‘meter’ mogen opvolgen in de eindklas, bij de oudsten. In mijn klas zitten vooral leerlingen met leerstoornissen en leerproblemen. Het is hier zalig werken, want geen dag is hetzelfde.”
Els: “Ik ben Els, een van de kinesisten. Ik werk hier sinds 2008 en heb al zowat alle leeftijden en klassen gedaan. Nu werk ik ook hoofdzakelijk met de oudere leerlingen. Ik houd me vooral bezig met psychomotoriek en kan beamen wat Peter zegt: elke dag is anders. Dat is voor mij een van de sterktes van deze school.”
Kathie: “Ik ben Kathie en ik ben ook kinesist. Ik werk hier intussen al meer dan dertig jaar, sinds 1989. Het was eigenlijk nooit mijn bedoeling om in het onderwijs terecht te komen, maar ben hier altijd gebleven met hart en ziel. Het is inderdaad een uitdaging waar geen dag hetzelfde is, maar het is heerlijk om zo aangepast en op maat voor deze kinderen te kunnen werken.”
Als ik op een school interviews ga doen, ben ik nog niet vaak kinesisten tegengekomen...
Kathie: “Het buitengewoon onderwijs heeft meer capaciteiten om ‘onderwijs’ op een andere manier aan te pakken. Zelf vind ik het een meer professionele manier als je kijkt naar de ontwikkeling en de problemen van een kind.”
Els: “In het gewone onderwijs heb je zoiets als een zorgleerkracht, maar dat is iets totaal anders. Onze taak is niet om bepaalde oefeningen aan te passen of wat extra uitleg te geven, daar gaat het hier niet om. Hier is het een heel andere benadering: wanneer een kind het abstracte niveau van optellen nog niet begrijpt, heeft het geen nut om extra oefeningen te geven. Je moet er eerst voor zorgen dat het kind zijn of haar eigen lichaam leert begrijpen. Als zij niet weten wat links, rechts, voor of achter betekenen, snappen zij ook niet dat 3 voor 5 komt. Eerst moet dat ruimtelijke inzicht en dat lichaamsbesef komen. De psychomotoriek zeg maar. Bij een normaal kind ontwikkelt dat vanzelf, bij onze leerlingen vaak niet. Daarom kijken wij per kind individueel in welk stadia zij ongeveer zitten en daar spelen we op in. We informeren de leerkrachten en zij houden daar rekening mee.”
Peter, merk jij deze andere aanpak dan ook wanneer je voor je klas staat?
Peter: “Natuurlijk! Eerst wil ik even duidelijk maken dat wij een hecht team zijn. Het is niet zo dat ieder op zijn of haar eigen eiland werkt, maar er is een prima wisselwerking. De leerkrachten helpen soms mee met de kinesisten, maar ook omgekeerd. Al onze jobs hangen nauw samen, met de focus op de ontwikkeling van het kind. Soms worden kinderen er individueel uitgehaald, soms in groepjes. Iedere leerling is het hier gewoon om op maat te werken en op zijn of haar eigen tempo vooruit te gaan. Elke leerling vindt het hier normaal dat een andere leerling zijn of haar eigen hulpmiddelen nodig heeft. De ene kan tijdens een les automatisch naar de computer gaan voor leesondersteuning, de ander zet een koptelefoon op tegen prikkels, enzovoort. Onze leerlingen wordt aangeleerd om zélf in te schatten en aan te voelen wat zij nodig hebben om te kunnen volgen en het doel te bereiken. Is dat nu een computer, een koptelefoon of eens meegaan met de logopedisten of kinesisten? Dan is dat zo. Voor mij is dit het perfecte voorbeeld van inclusie. Ik heb een bril nodig om beter te kunnen zien, iemand anders heeft iets anders nodig om te kunnen volgen. Zo makkelijk is het."
Waarom werkt niet iedere school – gewoon of buitengewoon – op deze manier?
Els: “Omdat er onvoldoende middelen beschikbaar zijn. Maar ik wil ook niet zeggen dat wij beter zijn ... Wij werken anders. Er is veel stielkennis en tijd nodig in het buitengewoon onderwijs. Een leerkracht die alleen voor 24 leerlingen staat, kan dat niet realiseren. In het BuLO worden de kinderen geïntegreerd met al hun verschillende persoonlijkheden, problematieken en oplossingen. Vaak is hun zelfbeeld positiever als ze vertrekken. Dat is het eerste waar we aan werken, dat zelfbeeld. Ieder kind is gelijkwaardig, maar niet ieder kind is gelijk. Het is belangrijk om in te zetten op de aangewezen manier om de behoeften zo goed mogelijk in te vullen.”
Kathie: “In het gewoon onderwijs vallen de meest kwetsbare kinderen vaak uit de boot omdat zij niet kunnen volgen. Op dat vlak zijn wij dus héél Don Boscogezind, hé! Wij focussen op dezelfde jongeren als Don Bosco: de meest kwetsbare. De kinderen die met wat minder gestart zijn, zitten hier en ook hun stem willen we laten weerklinken.”
Peter: “Het is hier natuurlijk veel intensiever dan in het gewoon onderwijs... Persoonlijker, met meer met emotie, kleinere groepjes, enzovoort. Maar wij hebben die ruimte en kinderen voelen ook dat onze aanpak oprecht is. Onze stijl is de nabijheid die wij willen bieden.”
Als er meer middelen zouden zijn, is dit dus wel een betere aanpak?
Els: “Ik werk ook deeltijds in een groepspraktijk waar ik kinderen behandel. De wachtlijsten zijn onhoudbaar. Kinderen zijn na school moe en moeten daarna nog huiswerk maken. Dan nog de logopedist of de kinesist. Je kan begrijpen dat ze moe of schoolmoe worden. Misschien is onze aanpak wel de meer aangewezen manier om dit op te lossen. In BuLO maken die logopedist en kinesist al deel uit van hun dag. Kinderen moeten onbezorgd kunnen zijn. Het is de mooiste tijd van hun leven.”
Peter: “Hier worden kinderen tijdens school al geholpen in plaats van na de schooluren.”
Kathie: “De kracht van de buitengewone wijze om de leerlingen naar een maximaal leerrendement te tillen, ligt in de dagdagelijkse samenwerking van leerkrachten, logopedisten, kinesitherapeuten, orthopedagoge en BLIO-leerkrachten. Dit wil zeggen dat, vertrekkend vanuit de verschillende specialisaties, wordt onderzocht waar sterktes zijn, op welk niveau eventuele moeilijkheden zich bevinden gevolgd door het uitwerken van individuele behandelingsplannen en/of klasondersteunende interactie. Dus om op je vraag te antwoorden: ik denk het wel. Zeker voor kinderen waarbij het leerproces vanop jonge leeftijd (6 à 7 jaar) stroef en moeilijk verloopt, kan de aanpak van het buitengewoon onderwijs een verademing zijn! "
In deel 1 en deel 3 laten we directrice Agnes en enkele leerlingen aan het woord over het leven in BuLO Don Bosco Halle.