Nieuw project van salesianen in Rwanda: “Morgen zal het beter zijn”

Rwanda 8e64b28

Kinderarbeid, ziekte, honger en mishandeling. Het zijn slechts enkele van de erbarmelijke omstandigheden waarin straatkinderen zich in Rwanda bevinden. "Ze kunnen niet naar school en slapen met één oog open uit angst dat iemand de weinige dingen die ze bezitten zal stelen”, klinkt het bij de Argentijnse salesiaan Daniel Antunez.

Daniel Antunez is voorzitter van ‘Missioni Don Bosco’. Deze organisatie ontstond in 1991 in Turijn en steunt de missionarissen van Don Bosco die in 134 landen onderwijs en beroepsopleiding bieden aan kinderen en jongeren in moeilijkheden. Eén van die landen is dus Rwanda, waar de salesianen al sinds 1964 aanwezig zijn.

Straatkinderen in Butare
In het zuiden van het land, in de stad Butare, bieden de missionarissen sinds 1996 allerlei beroepsopleidingen aan: bouw, kleermaken, lassen, timmerwerk, hotel, mechanica, koken, kappersvak, noem maar op. Op deze manier proberen ze een betere toekomst op te bouwen voor kinderen die op straat leven - zo’n 7.000. “Ze zijn op straat beland als gevolg van scheidingen, rouw of gewoon door te veel ellende", vertelt Daniel Antunez over de trieste realiteit die zoveel minderjarigen in het Afrikaanse land verenigt.

"De meeste van deze kinderen lijden aan ondervoeding en andere ziekten. Ze zijn bang, mishandeld, blijvend moe of hongerig"

“Ze gaan niet naar school en moeten overleven door zich in te zetten voor kleine ambachten en bedrijfjes”, gaat de salesiaan verder. “Ze dragen zware zakken, halen water, verzamelen en verkopen stukken metaal, lege plastic flessen ... De meeste van deze kinderen lijden aan ondervoeding en andere ziekten. Ze slapen met één oog open uit angst dat iemand de weinige dingen die ze bezitten zal stelen. Ze zijn bang, mishandeld, blijvend moe of hongerig.”

Ejo Heza, morgen zal het beter zijn
De salesianen zijn daarom met het project ‘Ejo Heza’ gestart. "Een programma dat voorziet in een eerste aanpak van minderjarigen op straat”, aldus Antunez. “De jongeren worden opgenomen in een traject van psychologische, educatieve en sociale rehabilitatie met als doel om een gezinshereniging zo snel mogelijk te realisieren."

‘Ejo heza’ betekent in de lokale taal ‘morgen zal het beter zijn’. “Het project startte bij het begin van de pandemie, in het voorjaar van 2020”, besluit Antunez. "Straatkinderen begonnen aan te kloppen bij onze parochie. Door mond-tot-mondreclame en omdat hun kameraden goed behandeld werden, komen ze nu in groten getale. We willen dat ze weer naar school gaan en bij hun ouders gaan wonen, want ze hebben recht op een heden als vreedzame, vertrouwensvolle kinderen en op een toekomst als respectabele volwassenen.”