Mgr. Ad van Luyn is dit jaar 25 jaar bisschop van Rotterdam. Lees hier de preek die hij uitsprak op de eucharistieviering ter ere van dit jubileum.

De drie lezingen van deze zondag verhalen, hoe de roepingservaring ofwel de ontmoeting met God, de mens enerzijds confronteert met zijn eigen geringheid en zondigheid, en anderzijds, juist vanuit dat bewustzijn vertrouwend op de kracht van Gods genade, ‘ja’ zegt tegen de zending, die hij van Godswege ontvangt.

De profeet Jesaja ontmoet de Heer in de tempel, vol ontzag voor de Heer der hemelse machten, vol besef van eigen onreinheid. Hij wordt door gewijd vuur aangeraakt, ontvangt vergeving, en aanvaardt de profetische zending: ‘hier ben ik, zend mij’.

Simon - nog niet ‘Petrus’ - ontmoet in de versie van Lucas, en wel in zijn eigen omgeving en werkkring, voor de eerste maal Jezus van Nazareth als leraar van het volk Israël. Hij beseft hoe ver hij in zijn zondigheid afstaat van de leer van Jezus. Maar hij geeft gehoor aan diens woord, roept zijn gezellen op om de wonderbare visvangst te verwerken en aanvaardt samen met hen de zending om mensenvissers te worden.

Paulus ontmoet Jezus op de weg naar Damascus, valt op de grond, erkent in hem de Verrezen Heer en beseft, hoezeer hij als minste van allen onwaardig is om de taak van apostel op zich te nemen. Maar ook hij, vertrouwend op Gods genade, stelt zich onvoorwaardelijk in dienst van het Evangelie. Later herinnert hij de Korintiërs aan de kern van het Evangelie, dat voor hem de verkondiging is van de persoon van de Christus: “Hij is gestorven voor onze zonden, volgens de Schriften, Hij is opgestaan op de derde dag, volgens de Schriften, en […] is verschenen aan zijn leerlingen”.

Jezus zelf, zijn persoon en zijn verlossingswerk, is de blijde boodschap, Hij zelf is het Evangelie, het Woord van God, voor ons mens geworden, hij is voor ons mensen: “de weg, de waarheid en het leven” (Joh, 14, 6). Aan de Galaten schrijft Paulus: “Mijn sterfelijk leven is een leven in het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en zichzelf voor mij heeft overgeleverd” (Gal. 2, 21).

Ons geloof is relationeel. Het is niet een opsomming of systeem van min of meer abstracte waarheden, dat er een God bestaat, dat Christus geleefd heeft, dat er een Heilige Geest is. In ons ‘credo, belijden we ons geloof naar God toe, naar Jezus toe, naar de Geest toe, we geloven in God, we belijden onze vertrouwensrelatie met God, met Christus, met de Heilige Geest. “Wie geloof heeft zonder hoop en liefde, gelooft wel dat Christus bestaat, maar gelooft niet in Christus” (Augustinus). Paus Benedictus XVI bevestigt dezelfde geloofsrelatie in zijn eerste Encycliek: “Aan het begin van het christen-zijn staat niet een ethische beslissing of een groots idee, maar de ontmoeting met een gebeurtenis, met een persoon, die aan het leven een nieuwe horizont geeft en daarmee de definitieve richting” (DCE, 1). “De wezenlijke inhoud van het Evangelie is de vriendschap met Christus en de broederlijke liefde” ( Franciscus in EG 265).

Ons geloof is dynamisch.Geroepen worden vraagt om een antwoord, een positief antwoord op het woord van de Heer, die het Woord Gods is. “Op uw woord de netten uitwerpen”, vertrouwend op de Heer die ons begeleidt, op zijn kracht, zijn nabijheid, zijn belofte. Om alles achter te laten en Hem te volgen en na te volgen. Gehoor geven aan de roeping betekent de zending aanvaarden om van Hem te getuigen en mensen te winnen voor Zijn Evangelie. Om Zijn Evangelie verstaanbaar door te geven en geloofwaardig voor te leven. Om in Zijn naam bijeen te komen, en gemeenschap te stichten. Om Hem te herkennen in de minsten onder onze broeders en zusters en door hun noden bewogen, werken van barmhartigheid te verrichten en op te komen voor gerechtigheid, waar onrecht heerst. We worden steeds weer door Hem op tocht gestuurd om ‘vruchten’ voort te brengen die blijvend zijn, vruchten van liefde (Joh. 15).

Van generatie naar generatie, van Paulus tot Timoteüs, van Timoteüs tot leerlingen van alle tijden, tot ons hier en nu.

In de eerste brief aan de christenen van Tessalonica noemt Paulus Timoteüs “onze broeder en Gods medewerker (synergos) in de prediking van het evangelie van Christus” (1 Tess. 3, 2). En in de brief aan de Filippenzen schrijft hij : “samen met mij heeft hij, als een kind naast zijn vader, de zaak van het evangelie gediend” (Fil. 2, 22). Zo heeft Timoteüs de opdracht vervuld, welke hij via Paulus door handoplegging van Christus ontvangen had: ”schaam je niet voor het getuigenis van onze Heer […] maar draag jouw deel in de inspanning en het lijden voor het evangelie, door de kracht van God, die ons gered heeft en geroepen met een heilige roeping, niet op grond van onze daden, maar volgens zijn eigen besluit en genade” (2 Tim. 1, 8-9).

De beide sleutelwoorden van deze tekst koos ik als wapenspreuk bij de wijding tot bisschop: “Collabora Evangelio”, als opdracht voor me zelf en als uitnodiging aan de medegelovigen van ons bisdom om ieder zijn/haar deel bij te dragen voor het Evangelie. Op het wapenschild liet ik de vier gevleugelde wezens uitbeelden uit het Boek van de Openbaring, als symbolen voor de vier evangelisten, die elk een onmisbaar deel hebben bijgedragen voor het Evangelie: de mens voor Mattheus, de leeuw voor Marcus, de stier voor Lucas, en de adelaar voor Johannes.

Er is echter een tweede symbolische betekenis van de vier wezens: de vier hoofdgebeurtenissen van het verlossingswerk van Christus. Links in dalende lijn de mens-wording en de offerdood (stier), en rechts in stijgende lijn de overwinning van de verrijzenis (leeuw) en de hemelvaart (adelaar). Dat is de inhoud en het centrum van het Evangelie. De persoon van Jezus Christus is het Evangelie, dat we verkondigen.

Zo brengen wapenspreuk en wapenschild van de 4ebisschop van ons bisdom Jezus Christus in herinnering: de mens-geworden gestalte van Gods liefde voor ons mensen, en sporen ze ons aan om, op grond van onze persoonlijke roeping en zending door de Heer, ons — in deze tijd van overheersende secularisering en individualisering — zonder voorbehoud verstaanbaar en geloofwaardig in te zetten voor Zijn evangelie.


Lees hier een interview met mgr. Ad van Luyn naar aanleiding van zijn zilveren bisschopsjubileum.

Foto: Bisdom Rotterdam